De peetvader van het Leidse speeltuinwerk
De grote inspirator van de Leidse speeltuinbeweging in haar begintijd, was Karel West. Op een bijeenkomst in 1953 wordt hij “een Amsterdammer” genoemd. Dat is hij niet – hij is een geboren Leidenaar – maar zijn ideeën over speeltuinen heeft hij wel opgedaan in Amsterdam.
Karel wordt geboren in 1889 als zoon van een banketbakker op de Botermarkt in Leiden. Zijn vader gaat in 1905 failliet en het gezin verhuist naar Den Haag. Via enige omzwervingen komt Karel West in Amsterdam terecht, waar hij in 1916 trouwt met de Amsterdamse Elisabeth van Nes. Hij is dan kruidenier. In Amsterdam maakt hij kennis met het speeltuinwerk. In 1900 heeft de scheepstimmerman Uilke Klaren daar de eerste speeltuinvereniging van Nederland opgericht. Zijn Oosterspeeltuin opent in 1902 de poorten. West maakt zich de doelstellingen en manier van werken van het speeltuinwerk van Klaver eigen en gebruikt dat in Leiden voortdurend als voorbeeld.
In 1922 komt West weer terug in Leiden. Hij wordt keurmeester bij het Rijkszuivelstation in de Vreewijkstraat. Hij gaat wonen in de Kanaalstraat, in een van de nieuwe woningen van de christelijke woningbouwvereniging Ons Doel. Hij wordt ook actief in Ons Doel. West volgt in 1924 voorzitter Ponsen op, die aftreedt omdat hij architect wordt van het nieuwe bouwplan van Ons Doel ten oosten van de Herenstraat (Pioen-, Lelie- en Lindestraat). Zo raakt hij direct betrokken bij deze nieuwe buurt. In 1927 verhuist hij naar de Leliestraat. Hij blijft voorzitter van Ons Doel tot 1932.
De buurt- en speeltuinvereniging Zuiderkwartier wordt in september 1926 opgericht in deze net opgeleverde nieuwbouwwijk. Het is een onderafdeling van Ons Doel en West is er dus bij betrokken, al zit hij niet direct in het bestuur. Maar hij wordt al snel secretaris. Hij de woordvoerder van de speeltuinvereniging en hij zet de ideeën op papier.
West gaat bij andere woningbouwverenigingen langs en zijn pleidooi leidt mede tot de oprichting van Noorder– , Wester– en Oosterkwartier. In de volgende jaren is hij het die steeds weer op propagandabijeenkomsten of bij officiële gelegenheden het inhoudelijke verhaal vertelt over het speeltuinwerk, steeds verwijzend naar Zuiderkwartier én zijn Amsterdamse voorbeeld.
Hij wordt geen bestuurslid van de in 1929/1931 gevormde Leidse Speeltuin-Centrale . Wel wordt hij in 1931 namens Leiden hoofdbestuurder van de nieuwe Nederlandse Unie van Speeltuin Organisaties, de NUSO . Hij is nog veel aanwezig in Leiden maar dan namens de NUSO, bijvoorbeeld bij iedere opening van een speeltuin, of bij de aftrap voor een benefiet-voetbalwedstrijd. Bij de opening van Noorderkwartier wordt hij zelf nog speciaal in het zonnetje gezet vanwege zijn verdiensten.
Hij is wel regelmatig gast bij de bestuursvergaderingen van de Centrale, maar dan vooral om te voorkomen dat de onderlinge ruzies uit de hand lopen. Hij neemt daarvoor zelfs ‘vadertje’ Klaren mee naar Leiden. Het helpt niet. In 1934 stapt zelfs ‘zijn’ Zuiderkwartier uit de NUSO.
West is op meer fronten actief. Hij begint een vereniging om koophuizen te bouwen voor de kleine middenklasse en beter betaalde arbeiders. Ze verschijnen in de Leliestraat. Hij is bovendien bestuurslid van het Protestants Bureau voor Sociale Adviezen en diaken van de Hervormde gemeente. Kortom, een betrokken en actief mens, vanuit een christelijke gedrevenheid.
In 1936 – hij is dan waarnemend voorzitter van de NUSO – verhuist hij naar Utrecht. Waarom is niet bekend, evenmin wat hij verder nog gedaan heeft. Hij overlijdt daar uiteindelijk in 1964.